330 GT Registry

De Ferrari 330 GT was niet bepaald voor de autosport bestemd. Het was een pure Gran turismo, die goed tot zijn recht kwam op de openbare weg en dan vooral bij het afleggen van lange afstanden. De auto was dan ook voorzien van een krachtige en tegelijk lekker soepele motor. Het was ook niet voor niets dat de Ferrari 330 GT in de jaren ‘60 de meest potente vertegenwoordiger in zijn klasse was. Zijn dikke V12 met een inhoud van 4 liter was afgeleid van de motor uit de Ferrari 400 Superamerica, waarvan er slechts 12 werden gebouwd. In de 330 GT had hij een vermogen van 300 pk bij 7000 tpm, genoeg voor een topsnelheid van 245 km/h.

Opvolger 250 GTE
Het idee voor de 330 GT — als opvolger van de 250 GTE — was afkomstig geweest van Enzo Ferrari. Hij had al in 1960 besloten om de 250 uit te rusten met de nieuw ontwikkelde 4-litermotor, De 330 werd in januari 1964 in Maranello aan de pers gepresenteerd. De carrosserie was niet veel veranderd ten opzichte van die van zijn voorganger, alleen werd hij verlengd en werden er wat details aangepast. Hiermee bood de supersnelle auto meer plaats aan vier volwassenen dan bij de 250 GTE 2+2 het geval was. Verantwoordelijk voor het ontwerp van de carrosserie van de 330 GT was Pininfarina. Zijn fabriek zou later ook de produktie op zich nemen. Pininfarina had goed werk verricht; de carrosserie oogde tijdloos en de lijnen waren zeer harmonieus. Vergeleken met de 250 GTE had de 330 GT een wat opvallender en agressievere styling, met name door zijn nieuw ontworpen koplampen en grille.

Luxe en comfort
 In tegenstelling tot de meeste andere Ferrari’s ademde het interieur van de 330 veel luxe en comfort uit, met zaken als houten panelen en leren bekleding. Er was dan ook alles aan gedaan om het de reizigers zoveel mogelijk naar de zin te maken. Een overvloed als bij de 330 kwam je niet zo vaak tegen op andere Ferrari’s. Althans, nog niet. Want een dergelijk uitrustingsniveau zou wel voldoende navolging krijgen. Naast de supersnelle raspaardjes van het merk met het steigerende paard zijn er binnen het Ferrari-programma sindsdien altijd wel supercomfortabele en luxe uitvoeringen leverbaar geweest. In ieder geval hadden die met de andere raspaardjes van Ferrari altijd één ding met elkaar gemeen: snelheid

 .
Iets schuin geplaatste dubbele koplampen geven de 330 GT een agressief uiterlijk.

Ruim voldoende plaats voor vier personen, die zich in het soepele le konden nestelen.